Jeugdzorg 2014 - 2015 − Het ter vaststelling voorleggen van het ontwerpindicatiebesluit aan een gekwalificeerd gedragsdeskundige en het fungeren als aanspreekpunt hierbij. Module 2 Kortdurende ambulante hulp en crisisinterventie − Het, wanneer mogelijk gezien het acute karakter, op basis van analyse (mede) opstellen van hulpverleningsplannen en het bespreken en evalueren hiervan met de jeugdigen, het cliëntsysteem en overige betrokkenen. − Het opstellen van een rapportage, waarin de resultaten van de diagnostiek en een ontwerpindicatiebesluit is opgenomen, als basis voor het indicatiebesluit en het bespreken van de rapportage met de jeugdige. − Het, op basis van de verzamelde gegevens uit het indicatietraject en de interpretatie van de diagnostiek, in een intercollegiaal of multidisciplinair overleg, bijdragen aan de vaststelling welk hulpaanbod voor de jeugdige geëigend is naar aard (doelstelling), inhoud, omvang en urgentie (ontwerpindicatiebesluit). − Het na goedkeuring zorg dragen voor de uitvoering van het indicatietraject. − Het, op basis de eerste analyse van de hulpvraag verkregen informatie, formuleren van een eerste hypothese rond de aard en ernst van de problematiek en het doen van een voorstel voor het meest geëigende indicatietraject (type 1 tot en met 4) en/of het bieden van kortdurende niet geïndiceerde ambulante hulp (zie module 2) of het beëindigen van het contact. − Het begeleiden/behandelen van jeugdigen en hun cliëntsysteem in crisissituaties/een multiproblematische setting; voert hiertoe gedurende een korte periode niet gestructureerde, therapeutische interventies uit (psychosociale, individuele, systeemgerichte of groepsgerichte hulpverlening) waarbij voorbereiding door het acute karakter niet of nauwelijks mogelijk is. − Het, indien nodig, inschakelen van in- of externe deskundigen (bijvoorbeeld voor het verrichten van aanvullend psychiatrisch of psychologisch onderzoek). − Het toezien op en bewaken van het opstellen van een samenhangend en richtinggevend hulpverleningsplan door de zorgaanbieder. Module 3 Casemanagement − Het coördineren van de diagnostiek als vervolg op de screening; het daartoe inschakelen van gedragsdeskundigen, ten behoeve van de behandelings- en voortgangsdiagnostiek. − Het adviseren en informeren van de jeugdige over mogelijkheden van bezwaar, aanvullend onderzoek en second opinion. Het bepleiten voor de jeugdige van toewijzing van de meest wenselijk geachte zorg. − Het doen plaatsen van de jeugdige binnen de geïndiceerde hulpvorm en het maken van afspraken met de betrokken zorgaanbieder over de wijze van uitvoering en evaluatie van het hulpverleningsplan en de handelswijze bij tussentijdse wijziging of beëindiging van de hulp 149 van 345 Pagina 212

Pagina 214

Heeft u een jaarverslag, onlinemag of online mailings? Gebruik Online Touch: uitgave digitaal op uw website plaatsen.

CAO jeugdzorg 2014 - 2015 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication