Jeugdzorg 2014 - 2015 19. WERK-/LEERMEESTER Algemene kenmerken voorziening/afdeling/functie De functie van Werk-/Leermeester is gericht op het begeleiden van jeugdigen in het ontwikkelen van vaktechnische en arbeidsgerichte vaardigheden ter voorbereiding op plaatsing bij het regulier (lager) beroepsonderwijs, gerichte vakopleiding of bij een bedrijf. De Werk-/Leermeester geeft geen ‘onderwijs’ of ‘vaktechnische opleiding’, de Werk-/Leermeester heeft geen ‘onderwijsbevoegdheid’. Door het verrichten van (vaktechnische) werkzaamheden ten behoeve van de organisatie en door het uitvoeren van de eigen (vaktechnische) vaardigheden in de praktijk, worden deze vaardigheden door voorbeeldgedrag, het geven van instructies en het bieden van individuele ondersteuning bij de jeugdigen ontwikkeld en bijgebracht. Onderscheid wordt gemaakt tussen de Werk-/Leermeester als hier omschreven en de Werk-/Leermeester die bij het uitvoeren van de eigen werkzaamheden (een groep van) jeugdigen in een vorm van ‘activiteitenbegeleiding’ of ‘vrije tijdsbesteding’ betrekt bij deze werkzaamheden. Doel van de functie De Werk-/Leermeester is belast met het ontwikkelen van vaktechnische en arbeidsgerichte vaardigheden aan jeugdigen ter voorbereiding op plaatsing bij het regulier (lager) beroepsonderwijs, gerichte vakopleiding of bij een bedrijf. Organisatorische positie De Werk-/Leermeester ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Werk-/Leermeester geeft operationele (bege)leiding en instructie aan jeugdigen, zowel individueel als in groepsverband. De Werk-/Leermeester geeft zelf geen leiding aan anderen. − Het dagelijks geven van leiding aan en instrueren van jeugdigen, zowel individueel als in groepsverband. Hoofdactiviteiten − Het verrichten van werkplaats- en onderhoudsactiviteiten van diverse aard. Het, in het kader daarvan, beheren van werkruimtes, materialen en andere hulpmiddelen. − Het observeren van de mogelijkheden en ontwikkeling van jeugdigen, alsmede het rapporteren ten aanzien van gedrag en voortgang. − Het onderhouden en ontwikkelen van aanwezige kennis en werk/leerervaring van jeugdigen, mede met het oog op plaatsingsmogelijkheden bij het regulier (lager) beroepsonderwijs, gerichte vakopleiding of bij een bedrijf. − Het (mondeling, dan wel schriftelijk) rapporteren van bevindingen met betrekking tot de eerdergenoemde activiteiten. − Het gebruikelijk deelnemen aan werkoverleg. − Het deelnemen aan verschillende interne vormen van overleg en het onderhouden van contacten met (contactpersonen bij) scholen, opleidingsinstituten en bedrijven. 186 van 345 Pagina 249

Pagina 251

Scoor meer met een webshop in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden magazines online.

CAO jeugdzorg 2014 - 2015 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication