Jeugdzorg 2014 - 2015 27. VERTROUWENSPERSOON Algemene kenmerken voorziening/afdeling/functie De functie van Vertrouwenspersoon is bij wet geregeld. De Vertrouwenspersoon treedt op als belangenbehartiger en vertrouwenspersoon van jeugdigen, ouders/verzorgers en andere belanghebbenden binnen de jeugdzorg in de meest brede zin. De Vertrouwenspersoon kan werkzaamheden verrichten zowel in de organisaties voor jeugdzorg als daarbuiten. De Vertrouwenspersoon neemt een onafhankelijke (zelfstandige en autonome) positie in en neemt geen beslissingen dan met toestemming van/in overleg met jeugdige en/of de ouders/verzorgers. Doel van de functie Het op verzoek van jeugdigen, ouders/verzorgers en andere belanghebbenden verstrekken van informatie en advies over de rechten en de rechtspositie binnen de Jeugdzorg. Het ondersteunen bij het formuleren, indienen en afwikkelen van klachten van materiële en immateriële aard en/of het wegnemen van communicatieproblemen die in het contact tussen de jeugdige en/of ouders/verzorgers en de hulpverlener zijn ontstaan, zodat het hulpverleningsproces (weer) doorgang kan vinden. Organisatorische positie De Vertrouwenspersoon ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd, met dien verstande dat de functionaris de werkzaamheden verricht met een eigen professionele verantwoordelijkheid. De leidinggevende heeft een superviserende rol. De Vertrouwenspersoon geeft zelf geen leiding aan anderen. Hoofdactiviteiten − Het geven van advies en informatie aan jeugdigen, ouders/verzorgers en andere belanghebbenden (onder andere door middel van het houden van spreekuur) over de rechten en de rechtspositie in de Jeugdzorg en/of door jeugdigen/ouders/verzorgers ondervonden knelpunten binnen de jeugdzorg. − Het voeren van gesprekken met de jeugdige en/of ouders/verzorgers, de behandelende hulpverleners en andere medewerkers om de ingebrachte kwesties, knelpunten en problematiek tot een oplossing te brengen. Dit op zodanige wijze dat het hulpverleningsproces niet wordt verstoord. − Het benutten van de mogelijkheden van partijen door het voeren van onderhandelingen, bemiddelen bij geschillen, het bereiken van compromissen, het opstellen van bezwaarschriften. Het zo nodig geven van aanzetten voor de juridische oplossing van geschillen. − Het ondersteunen van de jeugdige en/of ouders/verzorgers bij het verwoorden, indienen en afhandelen van en bemiddelen bij klachten aangaande de Jeugdzorg. Het daartoe voeren van gesprekken met betrokkenen. − Het signaleren van knelpunten bij organisaties voor Jeugdzorg en het op basis hiervan vervaardigen van een voortgangsverslag dat met de betreffende organisatie wordt besproken. Het zo nodig tussentijds uitbrengen van signalen aan de betreffende organisatie. − Het bewaken van de procedurele afhandeling van eventuele klachten en het begeleiden van het (vervolg)traject naar de klachtencommissie. 202 van 345 Pagina 265

Pagina 267

Interactieve digitale catalogus, deze editie of presentatie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie omzetten van digi-flyers.

CAO jeugdzorg 2014 - 2015 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication