HOOFDSTUK 3 OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID 3.1 INLEIDING Werken aan en investeren in optimale individuele inzetbaarheid is een wederzijdse verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Daarom maken werkgever en werknemer hierover in overleg afspraken Succesvolle afspraken die de inzetbaarheid bevorderen vragen om individueel maatwerk. In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven. Met uitzondering van artikel 3.4 en 3.5 treedt dit hoofdstuk in werking per 1 juli 2015. De artikelen 3.4 en 3.5 zijn vanaf 1 januari 2015 van toepassing en blijven dat ook na 1 juli 2015. Afspraken tussen de werknemer en werkgever over individuele inzetbaarheid kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op:  Het volgen van scholing, training en opleiding;  Het (tijdelijk) aanpassen van arbeidstijden;  Het opnemen van verlof of het financieren van onbetaald verlof;  Afspraken over terugtreden uit de functie;  Afspraken over detachering of externe stages;  Inzetten van loopbaanscans of andere instrumenten en trajecten, zoals van de Loopbaanwinkel en het Loopbaanplein, gericht op in- en/of externe mobiliteit;  Het erkennen van elders opgedane competenties (EVC trajecten). 3.2 PERIODIEK GESPREK OVER INDIVIDUELE INZETBAARHEID De werkgever en de werknemer zijn periodiek met elkaar in gesprek om tot afspraken te komen die de inzetbaarheid bevorderen. Tenminste eenmaal per jaar vindt een dergelijk jaargesprek plaats waarin concrete afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de individuele inzetbaarheid wordt geoptimaliseerd. De gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in de vorm van een individueel inzetbaarheidsplan. Werkgever en werknemer maken ook afspraken over de financiering hiervan. Daarbij kan de werknemer gebruik maken van het loopbaanbudget (zie artikel 3.3) en van het individueel keuzebudget (zie hoofdstuk 4). De werkgever en de werknemer kunnen gebruik maken van praktisch toepasbaar instrumentarium ter voorbereiding van dit jaargesprek (zie Bijlage 12). 3.3 LOOPBAANBUDGET A De werkgever stelt met ingang van 1 juli 2015 structureel financiële middelen ter beschikking die per werknemer kunnen worden aangewend voor de financiering van optimale duurzame individuele inzetbaarheid: het loopbaanbudget. CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening 2014 - 2016 24 Pagina 23

Pagina 25

Interactieve internet catalogus, deze archief of vakblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar uitgeven van digi-vakbladen.

CAO WMD Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication