Leef jdti 30 tot en met 39 jaar 40 tot en met 44 jaar 45 tot en met 49 jaar 50 tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd Aantal uren 7,2 uur 14,4 uur 21,6 uur 36 uur B De werkgever nodigt de werknemer jaarlijks uit voor een gesprek over de inzet van het vitaliteitsbudget. C. De werkgever stelt in overleg met de OR of PVT of personeelsvergadering vast:  voor welke doelen het vitaliteitbudget kan worden ingezet;  of en welke mogelijkheden er zijn om te sparen;  voor welke datum de werknemer zijn keuze voor de inzet van het budget moet maken en op welke wijze;  voor welke datum de werkgever hierop moet reageren;  welke gevolgen zijn verbonden aan het uitblijven van een uitnodiging van de werkgever voor een gesprek, het uitblijven van een keuze door de werknemer of het uitblijven van een reactie door de werkgever. D. Doelen van het vitaliteitbudget kunnen, binnen de fiscale mogelijkheden, zijn:  employability;  studie;  verkorting van de arbeidsduur;  extra pensioen;  doorbetaalde vrije tijd. E. De werkgever kan het verzoek van de werknemer slechts afwijzen als het verzoek niet verenigbaar is met zwaarwegende bedrijfseconomische of – organisatorische redenen. F. Wanneer het vitaliteitsbudget wordt ingezet voor doorbetaalde vrije tijd of arbeidsduurverkorting zijn in geval van ziekte de wettelijke bepalingen met betrekking tot opbouw en opname van vakantieverlof van toepassing. G. Bij toepassing van dit artikel wijzigt de grondslag voor de berekening van vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, vergoedingen en tegemoetkomingen niet. H. Vanaf 1 juli 2015 maken de voor het tweede half jaar van 2015 beschikbare uren en de over de eerste helft van 2015 resterende uren van het vitaliteitsbudget onderdeel uit van het loopbaanbudget. Werknemers die op grond artikel 3.3 B geen loopbaanbudget ontvangen behouden het vitaliteitsbudget ook vanaf 1 juli 2015. 3.6 UITVOERING LOOPBAANBUDGET Voor de uitwerking en vormgeving van het loopbaanbudget en het beheer worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:  Budgetopbouw vindt plaats per maand.  De resterende uren uit het vitaliteitsbudget uit de 1e helft van 2015 kunnen worden toegevoegd. CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening 2014 - 2016 26 Pagina 25

Pagina 27

Heeft u een artikel, z-mags of digi-uitgaven? Gebruik Online Touch: rapport digitaal op uw website plaatsen.

CAO WMD Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication